In het huurrecht worden de termen zelfstandige en onzelfstandige woonruimte vaak gebruikt. Maar wat is nou het verschil?
Als we praten over een zelfstandige woonruimte, dan hebben we het over een woonruimte met voorzieningen die een huurder niet hoeft te delen met andere huurders. Denk bijvoorbeeld aan een eigen keuken, toilet, badkamer of een eigen toegang. In de praktijk zijn dit vaak eengezinswoningen of appartementen.
Bij een onzelfstandige woonruimte is dit anders. Hierbij moet een huurder de voorzieningen wel delen met andere huurders. In de praktijk zijn dit vaak kamers in studentenhuizen of een woning waar meerdere bewoners een verdieping delen.
Kortom, als een huurder geniet van voorzieningen die hij of zij niet hoeft te delen met anderen, dan is er sprake van een zelfstandige woonruimte. Is dit niet het geval, dan is de woonruimte onzelfstandig.